G-8P7N3X5BJ9
Foto van Ve-Ka Nieuwsbericht

Ve-Ka Nieuwsbericht

Welke klei past het best bij mijn werkstuk?

Pallet klei

Hoe kies je de juiste klei voor het werkstuk dat je wilt gaan maken? Het antwoord op deze vraag is divers. Natuurlijk zijn er speciale kleisoorten voor boetseren, draaien of kneden en vuistregels die je hanteert bij de keuze ervan. Maar, er is meer. Werken met klei is heel persoonlijk. Daar waar de een graag een ruim aanbod aan klei benodigdheden binnen handbereik heeft om het perfecte werkstuk te maken, zal een ander het liefst alleen de handen gebruiken om, gevrijwaard van gedachten, direct vanuit de ziel te werken. Met name voor deze laatste groep is niet alleen de technische kant van de kleikeuze van belang, maar ook hoe de klei in de handen aanvoelt. Welke klei gevoelsmatig het best bij je past, kom je te weten door de durf te hebben 

om te experimenteren met verschillende soorten klei, maar vooral ook door veel te kleine. 

Oefenklei bijvoorbeeld, is een goedkope klei waar je eindeloos mee kunt experimenteren. Welke klei jou de beste tastervaring geeft, kunnen wij niet beoordelen. Wat we wél kunnen doen is je zoveel mogelijk informatie meegeven over wat klei is, hoe het ontstaat, wat chamotte klei precies is en waarom je zou kiezen voor boetseren, vormen of draaien.

Waar wordt klei voor gebruikt?

Met klei kan je boetseren, draaien, vormen, gieten en nog veel meer. Voor elke activiteit zijn er speciale kleisoorten. Wil je een keramieken vaas maken, kies je bijvoorbeeld voor steengoed klei. Deze klei voor keramiek heeft de eigenschap waterdicht te zijn wanneer een hogere stook wordt toegepast. Kleine sculpturen maak je over het algemeen met boetseerklei en gebruik je mallen voor bijvoorbeeld seriewerk, kies je voor gietklei.

Kleiwinning

Waar komt klei vandaan?

Om je kleikeuze ergens op te kunnen baseren, is het van belang dat je ongeveer weet hoe klei ontstaat. Klei bestaat uit minuscule geërodeerde deeltjes, ook wel kleimineralen of lutum genoemd, van vulkanisch graniet en ander gesteente. Het proces van steen tot klei neemt meerdere miljoenen jaren in beslag.

Klei onderscheiden we in twee soorten:

  1. Primaire klei wordt gedolven in de directe omgeving vanwaar het ontstaan is. Dit zijn de zuiverdere kleisoorten, meestal wit van kleur en niet bijzonder plastisch. Porselein is een goed voorbeeld van primaire klei.
  2. Secundaire klei heeft een langere weg afgelegd voordat het zich vastzette op de delfplaats. Het is rijker aan mineralen, wat het niet alleen kleurrijker maakt, maar ook makkelijker te vormen.

Verschillende soorten klei

De verschillende soorten klei die je koopt om te verwerken tot een werkstuk zijn in de basis allemaal primaire of secundaire klei. Door de toevoeging van grondstoffen en/of chamotte en ook polymeren wordt het geschikt gemaakt voor een bepaalde toepassing. Ter info: chamotte is een poeder of korrelachtige toevoeging op basis van steen of gebakken en later vermalen klei, ook wel schervenmeel genoemd. Het wordt toegevoegd aan bepaalde soorten klei voor versteviging, zodat met name grote werkstukken, niet kapot springen in de oven. Het is de chamotte die ervoor zorgt dat eventuele lucht die er nog in het werkstuk zit naar buiten kan. Naast wit, zijn de meest voorkomende kleikleuren rood, bruin en zwart, al dan niet doorspekt met de spikkel van chamotte.

a clay hedgehog in a bag of sand
a hands and mud on a surface

Eigenschappen van klei

Textuur

Er zijn gladde en korrelige kleisoorten. Hoe korreliger de klei is, hoe steviger het uiteindelijke werkstuk. Voor grotere sculpturen kies je daarom het beste een kleisoort met een grove chamotte. Het gehalte aan korrels staat op de verpakking aangeduid in procenten. Het is veelal een percentage dat tussen de 0 en 40% ligt. De korrelgrootte van chamotte varieert van 0,02 mm tot 4 mm. Chamotte klei is stabieler dan klei zonder toegevoegde korrel. De korrel zorgt ervoor dat je werkstuk minder snel inzakt tijdens het vormgeven en tijdens het drogen en/of bakken voorkomt het scheurvorming.

Stevigheid

De stevigheid van de klei bepaalt hoe groot je werkstuk kan worden. Wanneer je klei te zwak is voor het werkstuk dat je aan het boetseren bent, zal het inzakken. Hoe meer chamotte de klei bevat, hoe meer gewicht de klei kan dragen.

Waterabsorptie

Welke klei past het best bij mijn werkstuk?

Klei op waterbasis bestaat gemiddeld voor 20% uit water. Zodra klei aan de lucht wordt blootgesteld, begint dit te verdampen. Dit is de reden dat je tijdens het werken je werkstuk zo nu en dan moet bevochtigen. De genoemde 20% is een gemiddelde. Afhankelijk van de kleisoort kan deze meer of minder water bevatten en/of vragen tijdens de verwerking.

Plasticiteit

We noemen klei plastisch als een broodje klei goed kneedbaar is en je het makkelijk tot een object kunt verwerken.

a group of clay objects

Kleur van de klei

De kleur van klei is afhankelijk van de natuurlijke kleimineralen die het bevat. Hoe zuiverder de klei, denk aan het wit van porselein, hoe lichter de kleur zal zijn. Hoe meer de klei in aanraking is gekomen met andere geërodeerde steensoorten, hoe kleurrijker ze is. De kleur wordt hierbij bepaalt door het soort mineraal. Natuurlijke kleikleuren lopen uiteen van wit, beige, oker 

tot diepere bruin- en grijstinten. De kleur van onbewerkte klei is veelal anders dan die van je eindproduct. Door de verdamping van het in de klei aanwezige water zal de meeste klei lichter opdrogen dan het kneedbare product. Ook na het bakken zal je zien dat je werkstuk wederom van kleur verandert. Kleurveranderingen kunnen zowel na de eerste, als de tweede bak optreden.

Wat is wat?

Steengoed klei zit tussen aardewerk en porselein in. Steengoed klei is bestand tegen hoge temperaturen, waardoor het zo goed als waterdicht afgebakken kan worden. Wil je gaan draaien met klei kies je het best voor een kleisoort die geen, of een zeer fijne chamotte (tot 0,2 mm), bevat.

Aan het werk

Voor boetseren wordt over het algemeen de regel aangehouden dat je een fijne tot grove klei neemt. Hierbij wordt er onderscheid gemaakt in boetseerklei op waterbasis, ook wel aardewerkklei genoemd en klei op oliebasis, ook wel bekend als modelleerklei of plastilina. Klei op oliebasis is trouwens geen echte klei. Het bestaat uit gips met chemicaliën. Het heeft de eigenschap hoog in flexibiliteit te zijn, het barst niet, maar hard ook niet echt uit. Boetseerklei op waterbasis biedt voor de meesten veruit de meest prettige beeldhouwervaring. Niet alleen de veelzijdigheid van de bewerking, de verschillende kleisoorten en variatie aan natuurgetrouwe kleuren, maar ook de tastsensatie aan de handen. Klei op waterbasis is dé grondstof voor duurzaam aardewerk, steengoed en porselein.

Porseleinklei is de fijnste kleisoort is. Het heeft een uiterst fijne structuur en helderwitte kleur. Het is zo fijn dat het wel iets weg heeft van stopverf. Porselein wordt hoog gestookt. Hoge oventemperaturen zorgen echter ook voor een hoog krimppercentage. Bij porselein ligt dit tussen de 10-15%. Het is dan ook een hele uitdaging om ermee te werken.

Gietklei is een verzamelnaam voor vloeibare kant-en-klare kleimengsels die je gebruikt om in mallen te gieten. Zowel aardewerk, steengoed als porselein kan een gietklei zijn.

Conclusie

Wanneer je een nieuweling bent op het gebied van werken met klei, kunnen we je nu al vertellen dat je je met klei in je handen geen moment zult vervelen. Het te verkennen gebied is namelijk onnoemelijk groot. Hopelijk hebben we je ook een beetje op weg weten te helpen met de kleisoort(en) waarmee je wilt gaan werken. Boetseren, draaien of gieten kan in je eigen tempo, wanneer jij dat wilt. Op klei zit namelijk geen houdbaarheidsdatum. Voordat het bij ons als een brood klei aankwam, lag het immers al miljoenen jaren in de rivierbedding te wachten om eens door jou vormgegeven te worden.

Ken je iemand die dit niet mag missen: